Gepubliceerd op 23-04-2018
Zowel de minister als de fiscus hebben zich onlangs neergelegd bij de rechtspraak die vond dat er een discriminatie schuilt in de forfaitaire waardering van het voordeel van alle aard voor het privégebruik van een woning die door een vennootschap ter beschikking gesteld wordt. Dat komt neer op een forse belastingverlaging. Maar lang zal dat wellicht niet duren, zo blijkt nu …
Als iemand gratis de beschikking krijgt over een woning van zijn werkgever of vennootschap, wordt de waarde van dat voordeel van alle aard forfaitair bepaald. Het voordeel beloopt 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen als de woning ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijke persoon. Als een rechtspersoon de woning ter beschikking stelt, is de formule: geïndexeerd KI × 100/60 × 3,8 . Het voordeel is dus bijna vier maal zo hoog (de coëfficiënt van 3,8 wordt herleid naar 1,25 voor een bescheiden woning).
Zowel de fiscus (in hangende zaken) als de minister (in de pers) hebben zich daar enige tijd geleden bij neergelegd. Er zijn ook instructies in die zin gegeven aan de administratie).
Maar nu heeft de discussie een nieuwe wending genomen. Op de ministerraad van 30 maart heeft de regering namelijk beslist om de zaak nog eens te bestuderen. Er is beslist om te analyseren wat de beste manier zou zijn om het voordeel te waarderen. Er komt dus een wetswijziging aan.