Gepubliceerd op 14-12-2020
De kwestie van de aftrekbaarheid van de btw
Neem bijvoorbeeld het klassieke geval van een gewone btw-plichtige die een smartphone koopt voor zowel zakelijk als privégebruik (d.w.z. gemengd gebruik). Aangezien het om gemengd gebruik gaat, zal de btw-plichtige enkel het deel van de btw dat toe te schrijven valt aan het zakelijke gebruik in aftrek kunnen brengen. Hij moet dus het privé- en beroepsmatige aandeel van het gebruik van de smartphone vaststellen op basis van de feitelijke omstandigheden. In theorie zouden deze verhoudingen bijvoorbeeld kunnen worden vastgesteld op basis van het aantal minuten dat aan de telefoon wordt gebruikt voor privé- en zakelijke doeleinden. In de praktijk is een dergelijke oefening echter niet realistisch in het licht van de menselijke en economische middelen die daarvoor nodig zijn.
De hierboven beschreven kwestie is vergelijkbaar in het geval van btw-vrijgestelde transacties zonder recht op aftrek van voorbelasting, zoals financiële diensten, verzekeringsdiensten of medische diensten. Wanneer de btw-plichtige bijvoorbeeld een bank is die kredietdiensten verleent (d.w.z. vrijgestelde diensten) en financieel advies verstrekt aan particulieren (d.w.z. belastbare diensten), moet hij bepalen hoe hij de voorbelasting toerekenen op zijn aankopen die voor zowel zijn btw-vrijgestelde als belastbare diensten worden gebruikt. Wanneer de bank bijvoorbeeld een nieuw kantoorgebouw verwerft, moet zij bepalen welk deel van de btw (in verband met de aankoop) aftrekbaar is voor btw-doeleinden. Dat is vaak moeilijk te bepalen op basis van het werkelijke gebruik van het kantoorgebouw. Een andere mogelijke berekeningsmethode is de inkomstenverhoudingen die door de verschillende diensten van de bank worden gegenereerd, die in wezen elk jaar veranderen.
Zoals uit bovenstaande voorbeelden blijkt, is de berekening van het aftrekbare gedeelte van de voorbelasting vaak vervelend en tijdrovend, of in de praktijk zelfs onpraktisch. Bovendien ligt de wildgroei aan btw-regels ook aan de basis van vele fouten die bonafide belastingplichtigen maken en van de geschillen die daaruit voortvloeien. Daarnaast zijn de feiten waarop de belastingplichtigen het bedrag van de aftrekbare btw berekenen in veel gevallen moeilijk - zo niet onmogelijk - te controleren. Sommige belastingplichtigen kunnen in de verleiding komen om deze feiten in hun voordeel te overdrijven. Daarom moeten btw-controleurs bijzonder waakzaam zijn voor de aftrek van dergelijke input-btw.